Omdat we een beetje vroeg waren hebben we nog even rondgelopen in de buurt van de ingang van het bedrijf. Op een hek zat een mooie maoriwaaierstaart. Er zaten ook een aantal welkomzwaluwen.
Kort voor vertrek zagen we nog een zwartrugfluitvogel. Een beetje een vreemde naam voor een vogel die juist op zijn rug niet helemaal zwart is.
Daarna konden we in de bus en reden we richting Cape Kidnappers. Onderweg zagen we een witwangreiger en werden we getrakteerd op een ongelooflijke hoop geouwehoer van de chauffeur/gids. Met een zwaar en nogal onverstaanbaar accent zat die man te zwammen vanaf het moment dat hij in de bus stapte totdat we weer terug waren. Nauwelijks geluisterd. Er zat een hoop onzin bij over een golfbaan en een boerderij. Ik had niet de indruk dat daar iemand op zat te wachten. We waren hier voor een vogelkolonie.
Onderweg werd er één keer gestopt op een plek die erg mooi uitzicht over zee en de kustlijn gaf.
Cape Kidnappers heeft zijn naam te danken aan James Cook. Toen hij hier op 15 oktober 1769 met de HMS Endeavour voor anker ging probeerden een paar Maori in een bootje een bemanningslid, een 12 jarige jongen met de naam Taiata te ontvoeren. De ontvoering mislukte en twee van de drie ontvoerders kwamen om bij het incident. En de naam Cape Kidnappers was geboren.
Jan-van-genten kolonie
Bij Cape Kidnappers zit een van de grootste jan-van-genten kolonies ter wereld. Duizenden vogels broeden op deze hoge kliffen. Net als bij de kolonie die we in het begin van de reis bij Muriwai zagen gaat het hier om de pacifische jan-van-gent. Die overigens veel lijkt op de jan-van-gent die in Europa voorkomt. Deze vogels uit Nieuw-Zeeland hebben wat meer zwarte veren rond de vleugels. De busjes stopten vlakbij de broedkolonie. Er was laag bij de grond een koord gespannen waar je achter moest blijven staan, maar je kon de vogels vanaf slechts enkele meters bewonderen.
Tussen alle jan-van-genten zaten ook de nodige meeuwen op zoek naar een gemakkelijk te scoren hapje. Hier een jonge en een volwassen roodsnavelmeeuw. De poten en de snavel van de jonge meeuw moeten nog verkleuren tot het felle rood van de volwassen dieren.
De kuikens komen rond de tweede helft van oktober uit het ei. Dat betekent dat de kuikens die we hier zagen al zo'n drie maanden oud waren. Omdat er tussen de oudste en jongste kuikens een paar weken verschil zit zie je ze in verschillende stadia in de kolonie. We zagen dat sommige kuikens nog gevoerd werden.
De nesten worden continu bijgewerkt. De vogel die we hier zien vliegen is een mannetje. De vrouwtjes verzamelen geen nestmateriaal.
In de lucht boven de kolonie was het een drukte van belang. Het kost veel energie om de vraatzuchtige kuikens te voeden.
Het was fantastisch om zo dicht bij deze mooie vogels te staan.
Op de volgende foto lijkt het alsof de jan-van-gent van de rand af kukelt, maar dat was natuurlijk niet het geval.
Vanaf de zijkant van de kolonie had je uitzicht op een paar rotspunten in zee. Op het deel van die rotsen dat het dichtst bij ons was zat een tweede broedkolonie met jan-van-genten.
In de verte lagen een paar kleine rotseilandjes in zee die ook weer waren gevuld met kleine kolonies jan-van-genten. Dat gedeelte wordt aangeduid met de naam Black Reef Colony. De excursie die we oorspronkelijk hadden geboekt zou daar een tussenstop hebben.
Tussen alle jan-van-genten zaten ook de nodige meeuwen op zoek naar een gemakkelijk te scoren hapje. Hier een jonge en een volwassen roodsnavelmeeuw. De poten en de snavel van de jonge meeuw moeten nog verkleuren tot het felle rood van de volwassen dieren.
We hadden ook nog een kaartje gekocht van de kolonie, maar het is niet de grote kolonie die hier te zien is. Blijkbaar zat er beneden op het strand nog een kleinere groep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten